Tussen tijdelijk en tijdloos
Interview Marieke Ladru, winnaar van de Prijs voor Jonge Kunstkritiek 2012
22.08.2016
Interview door Docus van der Made
-
Hoi Marieke, in 2012 won je de hoofdprijs van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek in de toen nieuwe derde categorie van dat jaar, voor ‘internetkritiek’.
Wat betekende deze categorie, voor jou? Schreef je je stuk met bepaalde kenmerken van de categorie in het achterhoofd, en koos je je inhoud hier ook op uit?
Toen ik in 2012 mijn stuk schreef had ik niet echt een duidelijk beeld van internetkritiek of wat het zou kunnen zijn. Mijn referentiekader bestond vooral uit blogs, de online uitingen van bijvoorbeeld Metropolis M, Trendbeheer, Lost Painters en Tubelight. Publicaties op deze platforms waren toen óf foto’s met een oneliner óf een digitaal beschikbaar gemaakte tekst gekopieerd uit het papieren magazine.
Een van de geschetste voorwaarden in de oproep voor de prijs was dat de internetkritiek ‘tijdloos’ moest zijn. De recensie diende de actualiteit te overstijgen, omdat internet een toegankelijk medium is en artikelen vaak niet gebonden zijn aan een publicatiedatum. Ik vond dit een interessant gegeven. Daarnaast wilde ik onderzoeken hoe ik meer verdieping kon geven aan de vluchtigheid van het medium. Mijn keuze om het werk van On Kawara te bespreken was heel bewust. Gelijktijdig met de expositie vonden ook de Olympische Spelen plaats. In het museum was het extreem stil, heel Nederland zat waarschijnlijk voor de tv (net als nu). Voor mij onbegrijpelijk, zoals voor velen de kunst van On Kawara dat is. Tegelijkertijd vind ik het fascinerend hoe een groot gedeelte van Nederland helemaal in de ban raakt van sporten als atletiek, om vervolgens vier jaar lang te vergeten dat het bestaat. In mijn tekst heb ik geprobeerd om op verschillende manieren te spelen met deze discrepanties tussen het tijdelijke en het tijdloze, toegankelijkheid en inhoud.
Als je kijkt naar je stuk toen, en de online kunstkritiek in het algemeen, in vergelijking met nu. Is er wat veranderd?
Ik denk dat er zeker wel wat is veranderd, maar dat door de kunstkritiek in zijn algemeenheid de potentie van het medium niet volledig wordt benut. Veel internetkritiek is snel geproduceerd (en slecht geredigeerd) en combineert foto’s met een paar zinnen. Tegelijkertijd bestaan de meeste analyserende, online recensies nog steeds uit platte tekst. Misschien is dat ook niet te vermijden. Uiteindelijk is tekst de basis van kunstkritiek.
Mister Motley (alleen nog online) vind ik overigens een hele goed combinatie maken van diepgang en toegankelijkheid. Maar als je online kunstkritiek vergelijkt met vernieuwende (transmediale) journalistiek, zoals Love Radio, dan valt er nog een wereld te winnen.
Waarom deed je mee?
Ik was net een jaar aan de slag als zzp’er en had een rustige zomermaand. De oproep voor de prijs kwam eigenlijk op het ideale moment. Ik had totaal niet verwacht dat ik genomineerd zou worden, laat staan winnen. Wat bij mij ook meespeelde is dat ik een groot fan ben van de literatuur en poëzie van Peter Verhelst, toen juryvoorzitter. Hierdoor dacht ik: nu of nooit.
Wat heeft het winnen van de Prijs voor je betekend?
Vooral erkenning. Ik heb de tekst op het allerlaatste moment geschreven en vlak voor de deadline opgestuurd. Niet veel later vertelde ik iemand van de Rijksakademie dat ik meedeed met de prijs. Hierdoor kreeg ik de opdracht om de teksten voor de RijksakademieOpen te redigeren. Uiteindelijk zijn naamsbekendheid en netwerken toch belangrijk in de hedendaagse kunstwereld. In dezelfde maand dat ik de prijs won, werd ik aangenomen op de KABK. Het publiceren is daardoor op een lager pitje komen te staan. Dit betekent overigens niet dat ik gestopt ben met schrijven.
Wat denk je dat onze Prijs in het algemeen bijdraagt? Is het wat jou betreft belangrijk, of nodig, om de Nederlandstalige kunstkritiek en de jongste generatie hierbinnen te stimuleren?
Voor startende schrijvers is het lastig om een naam op te bouwen en betaalde klussen te krijgen. Nederlandse kunsttijdschriften hebben moeite om het hoofd boven water te houden en geven vaak voorrang aan schrijvers die ze kennen en al gepubliceerd hebben. Een prijs, gegeven door een vakjury, kan dan vertrouwen geven. Ik zie trouwens wel dat jonge schrijvers veel ruimte krijgen op het web. Jammer genoeg is de redactie hier vaak minder zorgvuldig. En als beginneling — overigens reken ik mijzelf daar ook nog toe — ben je gebaat bij feedback. Daarnaast kost een goede tekst schrijven tijd. Je bent niet alleen bezig met onderzoek, analyse en duiding, maar ook met taal; met schrappen en herschrijven. Het is een cliché, maar hoe meer je schrijft, hoe beter je erin wordt. Het mentorenprogramma is daarom denk ik een goede aanvulling op de prijs. Helaas had ik te weinig tijd om deel te nemen aan de workshop die mij werd aangeboden door Domein van de Kunstkritiek. Later heb ik wel een cursus essay schrijven gevolgd bij de Schrijversvakschool. Iets wat ik iedereen kan aanraden.
Je werkt nu bij de KABK. Wat doe je daar? Hoe verhoud je werk op de kunstacademie zich tot je werk als schrijver?
De afgelopen 3,5 jaar heb ik inderdaad op de KABK gewerkt. Hier heb ik verschillende dingen gedaan van productie tot lesgeven. Ook heb ik vrij veel redactiewerk verricht en publieksteksten geschreven voor exposities georganiseerd door de academie, zoals Now or Never #3 in GEM. Deze teksten zijn vrijwel altijd een compromis tussen de afdeling communicatie, de docenten en de kunstenaar. Een heel ander proces en soort tekst dan wanneer je een essay of kunstkritiek schrijft. Je neemt meer de plek in van een bemiddelaar. Maar tegelijk ben je een schakel tussen de kunstenaar en het publiek; een vertaler van het kunstwerk. Deze rol verschilt weer niet veel van die van de kunstcriticus.
Per september ga ik overigens werken voor het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie.
Welke plek heeft de kunstkritiek voor het kunstvakonderwijs, voor studenten op de academie? Wordt hier aandacht aan besteed?
Kunstkritiek is zeer relevant voor het kunstvakonderwijs. Kunstenaars zijn natuurlijk zelf hun eigen critici, dat leren ze al op de academie. Behalve dat studenten getraind worden in het onder de loep nemen van hun werk, leren zij ook zich te verhouden tot het brede kunst(historische) veld. In dit proces speelt kunstkritiek een cruciale rol. Door het lezen van interpretaties en analyses over kunstenaars met wie ze een verwantschap voelen, kunnen studenten hun eigen praktijk aanscherpen. Maar er is ook aandacht voor het zelf schrijven van kunstkritiek. Op de KABK wordt vanuit het lectoraat van Janneke Wesseling bijvoorbeeld een keuzevak Art Writing gegeven in samenwerking met de Universiteit Leiden. En de Design Academy heeft sinds een paar jaar een master op het gebied van Design Writing. Van nature richt het merendeel van de kunststudenten zich op het maken van beeld en vinden zij teksten en schrijven verschrikkelijk. Hun kwaliteit ligt in metaforisch denken, niet zozeer in het structureren van woorden in leesbare teksten. Desondanks is er veel animo voor het vak. Zij realiseren zich heel goed dat een levendig discours, waarin hun werk wordt geduid en in een breder kader geplaatst essentieel is en dat zij ook zelf een bijdrage hieraan kunnen leveren. Helaas wordt dit ook steeds relevanter, omdat er heel weinig inhoudelijk wordt geschreven over beginnende, jonge kunstenaars, terwijl juist voor deze groep een analyse van hun werk interessant is voor een buitenstaander.
Wat je wel ziet is dat het onderwijs op veel academies tegenwoordig volledig Engelstalig is. Dit heeft te maken met de internationalisering van het kunstonderwijs. Komend studiejaar is bij de afdeling Beeldende Kunst van de KABK het merendeel van de eerstejaars niet-Nederlands. Voor de ontwikkeling van de Nederlandstalige kunstkritiek is dat natuurlijk ontzettend jammer.
Onlangs schreef Thijs Lijster, winnaar van de Prijs in 2010, als startschot voor de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 een recept voor goede kunstkritiek, waarin hij onder andere schetst hoe een goede criticus je blik stuurt, en stelt dat geslaagde kunstkritiek ook een vorm van cultuur- dan wel maatschappijkritiek moet zijn. Welke ingrediënten zou jij willen toevoegen?
Haha, zoals bij elk recept is denk ik veel afhankelijk van de persoonlijke ‘touch’ van de kok. Voor mij wordt in een goede kunstkritiek de emotie (of dit nou verwondering of onbegrip is) die je ervaart wanneer je een kunstwerk voor het eerst ziet, niet kapotgeschreven, maar zorgvuldig onderbouwd en geplaatst in een breder, maatschappelijk kader.