Terugblik de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2018
In gesprek met winnaar Noortje de Leij
26.10.2020
In 2018 won je de hoofdprijs van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek in de categorie essay. Heb je nog veel geschreven?
Ik werd naar aanleiding van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek door verschillende mensen benaderd voor het schrijven van teksten, allemaal erg leuke opdrachten waar ook zeker een aantal teksten uit zijn voortgekomen. Verder ben ik nog aan mijn dissertatie bezig – daar moet ik in principe elke dag aan schrijven natuurlijk.
Had je een plan wat je wilde doen met het prijzengeld, en hoe heb je het uiteindelijk besteed?
Mijn antwoord hierop is heel saai, het staat namelijk op m’n spaarrekening, als een buffer voor tijdens de afrondingsperiode van mijn dissertatie en/of overbruggingsperiode naar een volgend project.
Waar ben je nu mee bezig, en heb je nog spannende toekomstplannen?
Ik ben dus nog aan mijn dissertatie bezig. Die verwacht ik komend academisch jaar af te ronden. Ondertussen ben ik ook net begonnen als redacteur bij De Witte Raaf. Dit laatste komt eigenlijk voort uit mijn deelname aan de PJKK, waar een redacteur van De Witte Raaf, (Christophe Van Gerrewey, laureaat van de eerste PJKK in 2008), in de jury zat die mij naar aanleiding van m’n essay benaderd heeft om voor De Witte Raaf te schrijven.
Mijn plannen voor de toekomst liggen nog redelijk open. Ik merk dat ik het erg leuk vind om iets meer buiten het academische veld te treden, om de kennis die ik daar heb opgedaan te vertalen naar meer essayistische teksten of toe te passen op bredere kunsttheoretische en maatschappelijke vragen. Tegelijkertijd hoop ik wel bezig te kunnen blijven met onderzoek. Het is nog even de vraag of ik dat in een academische context wil (en kan) gaan doen of dat er mogelijkheden zijn om in het kunstveld onderzoeksprojecten op te zetten. En ik verwacht dat ik via De Witte Raaf voorlopig ook nog bezig zal blijven met het schrijven en redigeren van kunstkritieken.
Terugblikkend op het winnen van de prijs, heeft het je nog nieuwe inzichten gebracht op je praktijk als auteur?
Het heeft me vooral een duw in de rug gegeven om een vertaalslag te maken naar minder academische vormen van schrijven en om daar ook mee in de openbaarheid te treden. Met andere woorden, om van het spreekwoordelijke (in mijn geval ook letterlijke) zolderkamertje te komen.