Terugblik de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2018
In gesprek met winnaar Jorne Vriens
26.10.2020
In 2018 won je de hoofdprijs van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek in de categorie recensie. Hoe gaat het nu met je?
Dat lijkt nog maar kort geleden. Maar de prijs heeft me veel goeds gebracht, vleiende aandacht en niet in de laatste plaats nieuwe uitnodigingen en opdrachtgevers. Ik schrijf nog altijd als freelancer.
Had je een plan wat je wilde doen met het prijzengeld, en hoe heb je het uiteindelijk gebruikt?
Ik fantaseerde allang over een reis naar het mekka van de hedendaagse kunst: New York. Een deel van de prijzenpot heb ik gebruikt om in de lente van 2019 daadwerkelijk daarheen te gaan. Ik heb nog nooit zoveel werk bekend uit boeken voor het eerst echt gezien. De minimal art die in Dia:Beacon is te zien was een totale verrassing. Je weet wel dat de kunstwereld daar op z’n grootst is, de galeries mega, maar de trip was zo’n ontdekkingstocht omdat zoveel van de kunst en cultuur daar zo vertrouwd is behalve qua intensiteit en schaal.
Wanneer het schrijven van een artikel langer duurde dan de woordprijs toestond of wanneer een opdracht in alles behalve financieel opzicht interessant was, heb ik een deel van het prijzengeld in gedachte maar bijgestort om toch aan de gang te blijven. Dat voelt ook prima omdat het een manier is om meters te blijven maken.
Waar ben je nu mee bezig, en heb je nog spannende toekomstplannen?
Ik heb net twee teksten ingeleverd die bij een tentoonstelling over Bob Ross worden gepubliceerd. Dat was schrijven en glimlachen tegelijk. Bij vlagen dan, schrijven blijft ook gewoon klooien. Nu staan de stukjes over de uitgestelde eindexamententoonstellingen op het programma. Het voelt allemaal als de normale gang van zaken maar het is toch aannemelijk dat een sterk veranderde kunstwereld ook een ander type kunstjournalistiek gaat vragen, als we het over de toekomst hebben. Los daarvan zou ik graag eens heel geconcentreerd aan een lange tekst werken.
Terugblikkend op het winnen van de prijs, heeft het je nog nieuwe inzichten gebracht op je praktijk als auteur?
Schrijven voor Het Parool was fijn omdat alles er zo snel gaat; je stuurt in en en de volgende dag staat het in de krant. Daardoor is het makkelijker om in te schatten wat de lezer in het moment heeft aan mijn tekst. Toch is het een kwestie van lange adem; veel lezen en zien om beter te begrijpen wat hedendaagse kunst betekent. Een mentor, in mijn geval Koen Kleijn, helpt daar fantastisch bij.