De tuin als toevluchtsoord
In gesprek met Laurie Cluitmans
24.08.2018
Hoi Laurie, je won de afgelopen editie van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek, met een prachtig essay over de kunstenaarstuin van Derek Jarman. Hoe gaat het nu met je? Ben je sindsdien nog verder gegaan met Jarman en het thema van migratie wat je erin vervlocht?
Ja het gaat goed! Het essay dat ik schreef over Jarman en zijn tuin is het uitgangspunt geworden voor een groter onderzoek. Het onderwerp van de tuin als toevluchtsoord en tegelijkertijd parallel lopend aan de samenleving fascineert me nog steeds mateloos. De manipulatie van de natuur in de tuin breng ik in dit onderzoek in verband met de cultuurhistorische traditie van tuinen, ideeën over ecologie en het anthropoceen, maar ook taxonomie. In het onderzoek probeer ik de actualiteit op verschillende manieren te verweven. Laatst schreef ik een kort essay voor De Witte Raaf over Ian Hamilton Finlay en zijn voorstel voor 'Een revolutionaire tuin' ter herdenking aan de Franse Revolutie. De kunstenaar werd echter door de Franse pers beschuldigd van fascisme en zijn voorstel zou nooit worden uitgevoerd. Het is een fascinerende case study waar ik nog meer over wil schrijven, niet alleen over de connectie met fascisme nu, maar ook in relatie tot een meer duistere kant van de tuin. Zo werd er in het Derde Rijk strikt toegezien op het uitsluitend planten van inheemse (nationale) planten. Exoten en alles van buitenaf waren verboden. Deze ideologie wordt ook wel ecofascisme genoemd.
Hoe blik je terug op het winnen van de prijs?
Het was een eer deze prijs te winnen. Toen ik destijds als 'fulltime freelancer' aan de slag ging, had ik voor ogen mijn eigen curatoriele stem en schrijven verder te ontwikkelen. Deze prijs is daar een hele fijn boost voor geweest. Het voelde als een bevestiging dat ik de juiste keuze had gemaakt én dat er meer in dit onderwerp zat. Ik ben er sindsdien volop ingedoken. Ik kreeg een bemiddelaarssubsidie van het Mondriaan Fonds om het onderzoek verder uit te werken en was een paar maanden curator in residence bij CCS Bard Upstate New York. CCS heeft een belangrijk archief van Ian Hamilton Finlay en daarnaast veel academische en curatoriele expertise in huis. Het onderzoek heb ik verzameld op een website (vormgegeven door Phil Baber) die binnenkort bij Rongwrong wordt gelanceerd.
Heb je nog veel geschreven?
Ik heb leuke aanbiedingen gehad en ook een uitgeverij die mij benaderde. Door tijdgebrek, en ook om meer focus in mijn praktijk te brengen, probeer ik de teksten die ik schrijf grotendeels in het kader van dit onderzoek naar de kunstenaarstuin te plaatsen.
Sinds dit jaar ben je curator bij Centraal Museum Utrecht. Hoe gaat het daar, en gaan we er nog iets terugzien dat voortkomt uit je essay?
Het Centraal Museum is een spannende plek waar met de nieuwe artistieke visie van directeur Bart Rutten weer veel mogelijk is op het gebied van hedendaagse kunst. De eerste tentoonstelling waar ik aan mee werkte opent op 21 september: De Line Up. Een grote tekeningententoonstelling die het Centraal Museum samen met gastconservator Robbie Cornelissen maakte. In oktober opent een kleinere tentoonstelling met de Griekse videokunstenaar Janis Rafa waar ik samen met haar aan werkte. Ondertussen loopt het onderzoek naar de kunstenaarstuin door en zal dat eveneens een grote tentoonstelling worden in 2021 in het museum.
Wat betekent de kunstkritiek voor jou als curator?
Als curator vind ik de kunstkritiek heel belangrijk. Je probeert met een tentoonstelling het werk van een kunstenaar op een actuele en urgente wijze samen te brengen en te communiceren aan het publiek. Als ik een recensie lees waarin een criticus een tentoonstelling en praktijk van een kunstenaar écht analyseert en in context plaats word ik daar heel blij van. Of het nu een positieve of negatieve recensie is. Het is wat dat betreft jammer dat de dagbladen vaak alleen kortere recensies publiceren. Als auteur ontwijk ik zelf in alle eerlijkheid het schrijven van recensies, daarvoor zou ik voor mijn gevoel meer (onafhankelijke) afstand moeten hebben.
Heb je nog iets bijzonders gedaan met het prijzengeld dat je won?
Het prijzengeld is in de grote "pot" van het onderzoek gegaan en droeg bij aan publieke talks die ik organiseerde, en aan de website die binnenkort zal verschijnen!