In goede kunstkritiek komt het kunstwerk tot leven
22.08.2014
Het artikel van Wouter Hillaert De toekomst van kritiek ligt in de vorm is een welkome poging om het wat grimmige debat over de staat van de Nederlandse kunstkritiek te verbreden. Ik knik vooral instemmend als Hillaert stelt: ‘De criticus zelf is een medium: een vertalend “midden” tussen kunstenaars en publiek.’
Wat ik aan het stuk zou willen toevoegen is een opmerking over het publieke karakter van kunstkritiek. Wat maakt kunstkritiek publiek? Het feit dat het te vinden is op publieke plaatsen als in de krant, op de televisie en het internet, of omdat het een publieke functie heeft?
Ik opteer voor het laatste. Kunstkritiek is een integraal onderdeel van de kunstbeleving en zonder goede kritiek kan kunst in een samenleving als de onze niet floreren. Waarom? Kunst verbindt algemene gedachten met individuele ervaringen en emoties. Alleen gebeurt dit pas in het samenspel met kunstkritiek. Want in het kunstwerk zelf staat de ervaring centraal. Er kan wel taal aan te pas komen – de rijke traditie van conceptuele kunst laat dit overduidelijk zien – maar de basis van een kunstwerk is een beleving. Kunstkritiek is de plek waar de kunstervaring onderzocht kan worden op haar (actuele) betekenis. In kritiek kunnen individuele observaties van de beschouwer gekoppeld worden aan algemene oordelen. In goede kunstkritiek komt het kunstwerk tot leven. Het opent nieuwe wegen voor het publiek om het werk te bekijken en is van wezenlijk belang voor kunstenaars die hun praktijk kunnen aanscherpen op basis van nieuwe inzichten.